Meedoen aan Onderzoek?
Veiligheid
Als u mee wilt werken aan geneesmiddelenonderzoek dan kunt u zich via de website aanmelden. Om deel te kunnen nemen doorloopt u aan aantal fasen. Deze zijn stapsgewijs beschreven. Algemene informatie over deelnemen aan geneesmiddelenonderzoek kunt u vinden in de brochure “Medisch Wetenschappelijk Onderzoek ” van het ministerie van VWS en door op deze link naar een korte video te klikken.
Veiligheid
Een onderzoeker is verplicht ervoor te zorgen dat het onderzoek zo min mogelijk risico’s voor de deelnemers met zich meebrengt. Er zijn bovendien verschillende instanties die wetenschappelijk geneesmiddelenonderzoek vooraf beoordelen. Een daarvan is de Medisch Ethische Toetsingscommissie. Deze commissie is onafhankelijk van de opdrachtgever die het middel ontwikkelt en het onderzoekscentrum dat het onderzoek wil gaan uitvoeren. Haar belangrijkste taak is om de belangen van de proefpersonen te waarborgen. Deze commissie kijkt onder andere of: het onderzoek zinvol en medisch verantwoord is er niet teveel risico’s of nadelen voor de patiënt/proefpersoon zijn er toereikende schriftelijke informatie beschikbaar is de patiënt/proefpersoon zijn/haar toestemming zelf uit vrije wil kan geven.
Fasen van onderzoek
Een onderzoeker is verplicht ervoor te zorgen dat het onderzoek zo min mogelijk risico’s voor de deelnemers met zich meebrengt. Er zijn bovendien verschillende instanties die wetenschappelijk geneesmiddelenonderzoek vooraf beoordelen. Een daarvan is de Medisch Ethische Toetsingscommissie. Deze commissie is onafhankelijk van de opdrachtgever die het middel ontwikkelt en het onderzoekscentrum dat het onderzoek wil gaan uitvoeren. Haar belangrijkste taak is om de belangen van de proefpersonen te waarborgen. Deze commissie kijkt onder andere of: het onderzoek zinvol en medisch verantwoord is er niet teveel risico’s of nadelen voor de patiënt/proefpersoon zijn er toereikende schriftelijke informatie beschikbaar is de patiënt/proefpersoon zijn/haar toestemming zelf uit vrije wil kan geven.
Tijdens deze fase wordt met name gekeken naar de veiligheid van het nieuwe geneesmiddel. Hiervoor wordt een kleine groep, meestal jonge gezonde mensen als vrijwilliger blootgesteld aan het nieuwe geneesmiddel. Zij krijgen eenmalig in oplopende doseringen de stof toegediend. Zo wordt bekeken bij welke dosis de bijwerkingen nog acceptabel zijn. Aan een fase 1 onderzoek neemt een beperkt aantal vrijwilligers deel (20 tot 100).
Nadat de veilige dosis bij mensen bekend is, wordt er begonnen met het onderzoeken van de werkzaamheid van het medicijn. In fase 2 wordt het effect gemeten van het nieuwe geneesmiddel bij patiënten die een bepaalde ziekte of aandoening hebben waarvoor het geneesmiddel bedoeld is. In deze fase is het belangrijkste doel de optimale dosis, veiligheid en de effectiviteit van het geneesmiddel vast te stellen. Hierbij wordt het effect van het actieve geneesmiddel vergeleken met het effect van een ‘placebo’, een pil die geen enkele werkzame stof bevat. De onderzoeken zijn gewoonlijk ‘dubbelblind’, dat wil zeggen dat de onderzoekers en de vrijwilligers niet weten wie het werkzame geneesmiddel krijgt en wie de placebo. Soms wordt de nieuwe medicatie onderzocht in combinatie met al bestaande middelen.
Als uit al het voorgaande onderzoek de optimale dosis is verkregen, wordt deze dosis in een grote groep patiënten onderzocht. Dit onderzoek vindt plaats in diverse ziekenhuizen/onderzoekscentra in verschillende landen. Deze onderzoeken worden uitgevoerd om verder inzicht te krijgen in de effectiviteit, voordelen en bijwerkingen van het te onderzoeken middel. Hierbij wordt het nieuwe middel naast een vergelijking met placebo vaak ook vergeleken met het tot dan toe meest gebruikte geneesmiddel voor deze patiënten. Hiermee moet worden aangetoond dat het nieuwe geneesmiddel een verbetering is ten opzichte van de bestaande middelen.
Ook in deze fase nemen patiënten deel die de klachten hebben waarvoor het nieuwe geneesmiddel is bedoeld. Aan deze fase werken honderden tot vele duizenden proefpersonen mee.
De laatste stap bij het ontwikkelen van een nieuw geneesmiddel is de goedkeuring voor toelating op de markt. Om de patiënt te beschermen mogen geneesmiddelen alleen worden verkocht, nadat de bevoegde autoriteiten hiervoor toestemming hebben gegeven. Daarvoor dient de farmaceut alle informatie die verkregen is uit alle voorgaande onderzoeken voor te leggen aan deze autoriteiten. In Nederland is dit het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, in Europa Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) van de EMA (European Medicines Agency). en in de Verenigde Staten de FDA ( Food and Drug Administration). Deze instanties gaan na of alle onderzoeken volgens de regels zijn uitgevoerd en of het middel inderdaad de vereiste veiligheid, werking en kwaliteit heeft. Pas na de registratie mag een middel via de apotheek verkocht worden.
Er worden wereldwijd per jaar ongeveer 200.000 nieuwe stoffen onderzocht. Hiervan komen uiteindelijk maar ongeveer 20 nieuwe medicijnen op de markt. Maar 1 op de 10.000 nieuwe stoffen komt dus uiteindelijk in de apotheek.
Fase 4 wordt ook wel de post-marketing fase genoemd. Hierbij mag het middel worden voorgeschreven door artsen aan de patiënten met de indicatie waarvoor het geneesmiddel geregistreerd is. Fase 4 onderzoek wordt op diverse redenen uitgevoerd, bijvoorbeeld:
een effectief gebleken behandeling wordt in een onderzoek voor een andere ziekte of bij een andere groep patiënten toegepast
het wordt vergeleken met een ander effectief gebleken behandeling.
Er worden vaak vele duizenden patiënten behandeld voor langere tijd zonder dat deze aan strenge in- en exclusiecriteria moeten voldoen, zoals in de eerdere fasen wel het geval was.
Deelnemen aan een onderzoek is iets anders dan een reguliere behandeling ondergaan.
Onderzoek met proefpersonen is dan ook aan aparte (strenge) regels gebonden.
Deelname aan onderzoek is bijvoorbeeld altijd vrijwillig: u kunt zich op elk moment uit het onderzoek terugtrekken, zonder opgaaf van redenen.
Er bestaat in Nederland een speciale wet voor het doen van onderzoek met proefpersonen: de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO). Hierin staat beschreven waaraan medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen moet voldoen. Daarnaast zijn er ook internationale richtlijnen waaraan de onderzoekers zich moeten houden. GCP is zo’n internationale richtlijn. GCP staat voor Good Clinical Practice. Dit is een richtlijn met daarin regels over hoe een wetenschappelijk klinisch onderzoek bij mensen moet worden uitgevoerd. Hiermee wordt de bescherming en de rechten van u als proefpersoon verzekerd. U kunt hierover meer lezen op de website van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek.
Begeleiding door professionals
Ons ervaren multidisciplinaire team bestaat uit: onderzoeksartsen, studie-coördinatoren, research nurses en diëtisten.
Al onze medewerkers zijn GCP getraind, en volgen elke twee jaar een opfriscursus. Daarnaast hebben we nauwe contacten met specialisten en huisartsen.
Sinds 1 maart 2006 geldt dat er verplicht een verzekering moet zijn afgesloten voor iedereen die meedoet aan onderzoek.
De zogeheten proefpersonenverzekering. Deze verzekering dekt schade die het gevolg is van deelname aan het onderzoek. Dit geldt voor schade die naar boven komt tijdens het onderzoek, of binnen vier jaar na beëindiging van deelname aan het onderzoek. De schade moet dan ook binnen die vier jaar aan de verzekeraar gemeld zijn.
De proefpersonenverzekering gaat in op het moment waarop het onderzoek van start gaat (inclusie van de eerste proefpersoon in Nederland) en heeft een looptijd tot vier jaar na beëindiging van het onderzoek.
Na een eventueel informatiegesprek met de arts krijgt u alle informatie betreffende het onderzoek schriftelijk mee naar huis. Hierin vindt u ook een bijlage over de proefpersonenverzekering.
Meer informatie over de proefpersonenverzekering vindt u in het Besluit verplichte verzekering bij medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en op de website van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek: www.ccmo.nl